In de Nationale Kroeg

DE KWATRIJNEN VAN THEO

Avalon Pers, 1992

In 1992 verscheen bij de Avalon Pers een Nederlandse vertaling van Edward FitzGeralds Rubáiyát of Omar Khayyám door Theo van Raalte. De uitgave bevat 91 kwatrijnen, samen met de oorspronkelijke Engelse tekst, een uitgebreide verantwoording door Johan van Schagen en een korte biografische notitie over Theodoor Philip van Raalte (1913-1980) door A. van Raalte-Nunes Nabarro. In deze schets over zijn leven lezen we dat Theo van Raalte in zijn studententijd de rubaiyat begon te vertalen, en daar tijdens de oorlog aan bleef doorwerken.

Na de oorlog schreef Van Raalte korte satirische gedichtjes voor De Vrije Katheder, een in 1940 opgericht studentenverzetsblad, meestal onder het pseudoniem ‘Theo’, maar ook met varianten zoals ‘Theo, Baron Orczy’ of ‘Theo, Oud-Jong-Liberaal’.
In september 1946 publiceerde hij in dit tijdschrift een gedicht onder de titel ‘De Nationale Kroeg’, bestaande uit een viertal kwatrijnen waarvan het laatste een vertaling naar FitzGerald was. Het was ondertekend met Theo en vergezeld van een spotprent, getekend door Lex, pseudoniem van Lex Metz (1913-1986). In de daarop volgende nummers van De Vrije Katheder verscheen nu regelmatig een Kroeg-gedicht, steeds volgens dezelfde formule: vier oosterse kwatrijnen, dat wil zeggen met een vaststaand rijmschema (aaba) en een vast metrum. Eerst wordt het onderwerp gepresenteerd en vervolgens wordt het in het laatste kwatrijn als het ware wordt afgeserveerd.

Binnen het corpus aan Nederlandse Khayyám-vertalingen neemt deze reeks een bijzondere plaats in. Het Engelse taalgebied kende al talrijke commentaren en satires op politiek en samenleving in de vorm van Omar-parodieën, meestal gebaseerd op FitzGeralds vertaling, maar in Nederland kwam de Omar-parodie nauwelijks voor. Aan dat aspect is tot nu toe in de Nederlandse Khayyám-studie nog niet veel aandacht besteed, hetgeen aanleiding is voor een nadere verkenning van deze reeks kwatrijnen. Daarbij gaat het vooral om een inventariserende beschrijving van de reeks in De Vrije Katheder.

DE REEKS

De eerste aflevering verscheen in De Vrije Katheder nummer 19 van de zesde jaargang, 13 september 1946 (VK 6-19). Het gedicht had geen titel, en het wekte ook niet de indruk dat het de start zou zijn van een reeks hekeldichten en spotprenten. De tweede aflevering verscheen twee weken later (VK 6-21) en had als titel: “Bureau Nationale Veiligheid”. Pas met de derde aflevering (VK 6-22) bleek dat het om een reeks zou gaan. Dit gedicht had als titel: “In de Nationale Kroeg”, met de romeinse nummering “II”. Als daarmee impliciet bedoeld werd dat de vorige gedichten ook genummerd hadden moeten worden, dan had dit nummer “III” moeten zijn.
De nummering verliep overigens niet altijd vlekkeloos: soms werd een nummer dubbel gebruikt of gewoon overgeslagen, zoals verderop zal blijken.
De reeks eindigde in VK 7-53 van 30 april 1948, en omvatte 77 gedichten door Theo. Het was echter geen aaneengesloten reeks en er deden zich nogal wat bijzonderheden voor. De gedichten in VK 7-25 en 7-26 bijvoorbeeld, waren allebei romeins genummerd met “V”, VK 7-27 had romeins nummer “VI” en VK 7-28 had nummer “VIII”, waarmee de orde weer hersteld was. Voorlopig althans, want bij VK 7-48 ging het weer mis. Dit gedicht had hetzelfde nummer als het voorgaande, maar ook dit foutje werd met het volgende nummer weer hersteld.

Op 21 februari 1947 (VK 7-42) werd de reeks plotseling en zonder verdere toelichting onderbroken. Het gedicht had als titel: “In de Nationale Kroeg. (Slot)” en het luidde als volgt:

Mijn wekelijkse kroeg, mijn schertsrubriek
Gaat sluiten – nimmer trok ze veel publiek.
“De dwazen! honderd dingen, nooit beseft …”
’t Is nacht geworden; ‘k maak voor ’t laatst mastiek.

Was dan het firmament ooit uitgesterder?
Dag brave rose hond en Rommse herder;
Adieu, agnost; tot weerziens, protestant;
Het leven drijft ons voort, wij moeten verder.

Denk nog eens aan me, nationale kroeg.
Eén troost: er zijn vergunningen genoeg.
‘k Verlaat de politiek en sla de hand
Als wijlen Cincinnatus aan de ploeg.

Geniet zolang de zon nog voor u schijnt,
Voordat ook gij onder het stof verdwijnt;
Van stof tot stof, te liggen onder stof,
Met wijn noch lied noch zanger – zonder eind.

DE KROEG GESLOTEN (1)

In het volgende nummer (VK 7-43) verscheen een gedicht van mr. Gerard Polak, onder de titel “De Nationale Kroeg gesloten?”

Een stamgast protesteert:

Het sluiten van de kroeg deed mij verbazen
Zijn er ter wereld, althans hier, zo weinig dwazen
Die niet een andre dwaas graag horen dazen
Die huisjes ompraat, heilige en glazen.

Redactieraad, beraad U, laat U raden
Het zal Uw blad niet baten, eerder schaden
Uw schilderijen zijn toch ook vaak slechts te raden
Bewandel toch geen platgetrapte paden.

Daarom, redactie, breng dees kroegjool weder
Uw lezerskring wordt daardoor breder
Toon ons dees vogels van zo bont geveder
Wees breed, wees ruim, wees vrij!, Katheder!

Bij het gedicht stond een korte verklaring van de redactie die had besloten de reeks te stoppen omdat er nog al wat bezwaren waren ontvangen van abonnees: “… men begrijpt Theo niet, men wil wel geloven dat het ‘leuk’ is, maar men snapt er niets van”. Niettemin riep de redactie de lezers op te laten weten wat zij ervan vonden en al snel bleek dat een meerderheid de kroeg voortgezet wilde zien, hetgeen twee nummers later (VK 7-45) dan ook geschiedde:

De Nationale Kroeg (XIX)

Die buiten stonden maakten zich te doen:
“Verduisterd is de dag – darkness at noon!
Heropen ogenblikkelijk de kroeg;
Wij dorsten naar ons wekelijks rantsoen.”

Tientallen kaarten weenden in de bus;
Eén enk’ling protesteerde: “Niet aldus”.
Maar blijkbaar vindt men ’t in het algemeen
In onze nationale kroeg wel knus.

Dies, waarde vrienden, gaat mijn zaak weer open.
Van ijdelheid kan ‘k bijna niet meer lopen.
Want zelfs geheelonthouders schreven dat
Ze graag bij Lex en mij een borrel kopen.

Reeds menig maal zwoer ik een dure eed
Van inkeer — was ik nuchter als ‘k het deed?
Dan kwam de lente, die, een roos in d’handen,
Mijn kaalgesleten spijt aan flarden reet.

Bij het gedicht plaatste Theo een brief die aan Lex was gericht waarin hij een overzicht gaf van de reacties: er waren op dat moment 103 stukken binnengekomen. Negenennegentig inzenders vonden dat de kroeg heropend moest worden, drie inzenders meenden dat die ergelijke onzin moest ophouden, maar ook: “1/2 is me niet duidelijk” en “1/2 spreekt geen mening uit”.

DE KROEG GESLOTEN (2)

Op 30 april 1948 (VK 7-53) volgde dan, ook weer onaangekondigd, het echte einde van de kroeggedichten. Onderwerp van Theo’s spot was deze keer het Marshall-plan en het afsluitende kwatrijn luidde als volgt:

Als we de sluier zijn voorbij gegaan,
Hoe lang nog deze wereld zal bestaan,
Die zich om onze komst en ons vertrek
Bekreunt als om een steenworp d’oceaan.

Was Theo uitgepraat, was er niets meer te bespotten nu het met de Marshall-hulp wel goed zou komen? Hadden de klagers dan toch de overhand gekregen, was het gewoon genoeg geweest, of erger nog: maakte het allemaal niets meer uit? Hoe het ook zij, een verklaring ontbrak, en met dit laatste betekenisvolle kwatrijn moesten de lezers het dan maar doen.

THEO’s VERTALING?

De reeks “In de Nationale Kroeg” telde 77 afleveringen, maar anders dan vaak is voorgesteld is niet elk laatste kwatrijn van de kroeggedichten een vertaalde rubai. Soms paste Theo een woord of zinsdeel aan, zodat het beter aansloot op het onderwerp van zijn spot. Zo luidt het laatste kwatrijn in het tweede kroeggedicht (VK 6-21):

De vinger schrijft de woorden aan de wand;
Uw gans bedrijf van vroomheid noch verstand
Doet hieraan af, noch wissen al uw tranen
Eén halve regel waarheid uit de krant.

In 21 afleveringen zijn het andere dan FitzGerald-kwatrijnen, vaak betreft het een eigen tekst van Theo zelf. In VK 7-19 vinden we twee vertaalde kwatrijnen en aflevering VK 7-29 van 14 november 1947 bestaat in zijn geheel uit vier vertaalde kwatrijnen uit het zogenaamde Pottenboek. In VK 7-39 gaat het om een Engelstalig kwatrijn van FitzGerald.

De VK-nummers 29, 30, 36, 43, 44 van de zesde jaargang bevatten helemaal geen gedichten van Theo. Nummer 34 van deze jaargang heeft nooit bestaan, na nummer 33 volgde nummer 35.
In de zevende jaargang van De Vrije Katheder verschenen de eerste kwatrijnen die geen vertalingen van FitzGerald waren, maar eigen dichtsels van Theo zelf. Het betreft de VK-nummers 8, 16, 17, 21, 31, 32, 36-38, 40 en 43 tot en met 51. Het kwatrijn in VK 7-32 was een parodie, evenals dat in VK 7-52.

Van deze 77 kroegkwatrijnen zijn er 60 terug te vinden in de uitgave van de Avalon Pers uit 1992, zij het in een compleet andere volgorde. In deze uitgave wordt de volgorde bij FitzGerald gevolgd, terwijl in de reeks in De Vrije Katheder de kroeggedichten afhankelijk waren van de actualiteit van dat moment. De Avalon-uitgave bevatte bovendien 91 kwatrijnen, maar het is niet bekend of Theo de 31 overige kwatrijnen later vertaalde of dat hij deze al, geheel of gedeeltelijk, in zijn jonge jaren vertaald had.

VERVOLG

De reeks kroeggedichten eindigde eind april 1948. Na de kroeggedichten publiceerde Theo nog een viertal langere gedichten onder de titel ‘Vrije comedie’ in de (inmiddels) maandelijkse afleveringen van De Vrije Katheder. Van september 1948 tot en met februari 1949 volgde er maandelijks een lang gedicht onder de titel ‘Rubáiyát van Omar Theo’. Het gedicht in aflevering 6 (oktober 1948) droeg als titel ‘Rubaal van Omar Theo’, aflevering 9 bevatte geen gedicht van Theo, althans niet onder die naam, terwijl het gedicht in het decembernummer van 1949 ‘Kerstmis’ heette.

In deze laatste reeks gedichten, steeds bestaande uit twaalf oosterse kwatrijnen, wordt het venijn feller en richt Theo zich meer en meer op de internationale ontwikkelingen. Steeds echter blijft er een echo hoorbaar uit FitzGeralds verzen, zoals blijkt uit het tweede, het voorlaatste en laatste kwatrijn uit VK 9-1:

Des levens wijn vloeit drup voor druppel heen;
Des levens blaren vallen één voor één;
Het is, zoals Khayyám terecht beweert,
Noch Naishápúr noch Babylon alleen.

Ah, but my computations, people say,
Reduce the year to better reckoning? – Nay,
‘T was only striking from the calendar
Unborn tomorrow and the first of May.

Doch laat de duif de duif, de grens de grens,
De tijd de tijd – en mij de tijd; ik wens
Te drinken op het welzijn van de lach:
Want lachen is het eig’ne van de mens.

TABEL

Zoals gezegd bevatte niet elk nummer van De Vrije Katheder een kroeggedicht. Verder verliep de nummering van de gedichten niet altijd vlekkeloos en waren er kleine varianten in de titels van de gedichten. In onderstaande tabel wordt een meer samenhangend overzicht gegeven van alle aangetroffen gedichten, hun vindplaatsen, de nummering van de vertaalde kwatrijnen in de Avalon uitgave en de corresponderende nummers uit de vertaling van FitzGerald.

Nr. afl.JrgJaar Datum Afl.Nr reeksVan RaalteF 1859F 1868
19619462016-09-13595075
20
21619462016-09-27BNV605176
22619462016-10-04INK II131213
23619462016-10-11INK III222021
24619462016-10-18INK IV292666
25619462016-10-25INK V302730
26619462016-11-01INK V413640
27619462016-11-08INK VI584974
28619462016-11-15INK VIII171618
29
30
31619462017-12-06INK IX4337
32619462016-12-13INK X262427
33619462016-12-23INK -494361
34
35619472016-01-03INK XII655379
36619472017-01-10
37619472016-01-17INK XIII777
38619472017-01-24INK XIV333
39619472017-01-31NK XV141315
40619472016-02-07INK XVI625278
41619472016-02-14INK XVII675683
42619472016-02-21INK (Slot)252326
43619472017-02-28
44619472017-03-07
45619472017-03-14NK XIX8670102
46619472016-03-21INK XX121112
47619472016-03-28INK XXI151417
48619472017-04-04INK XXI725787
49619472016-04-11INK XXIII393438
50619472016-04-18INK XXIV343033
51619472016-04-25INK XXV161516
1719472017-05-02INK XXVI8569101
2719472017-05-09INK XXVII201824
3719472016-05-16INK XXVIII8872104
4719472016-05-23INK XXIX7386
5719472017-05-30INK XXX524673
6719472017-06-06INK XXXI3277
7719472017-06-13INK XXXII8771103
8719472017-06-20INK XXXIII
9719472017-06-27INK XXXIV2728
10719472017-07-04INK XXXV312831
11719472017-07-11INK XXXVI332932
12719472017-07-18INK XXXVII373235
13719472017-07-25INK XXXVIII383337
14719472017-08-01INK XXXIX6865
15719472017-08-08INK XL443849
16719472017-08-15INK XLI
17719472017-08-22INK XLII
18719472017-08-29INK XLIII222
19719472017-09-05INK XLIV8468100
20719472017-09-12INK XLV796393
21719472017-09-19INK XLVI
22719472017-09-26INK XLVII555
23719472017-10-03INK XLVIII5145
24719472016-10-10INK XLIX282529
25719472016-10-17INK XLX191719
26719472017-10-24INK LI504462
27719472017-10-31INK LII403539
28719472017-11-07INK LIII211925
29719472017-11-14INK LIV755989
29719472017-11-14INK LIV766094
29719472017-11-14INK LIV806498
29719472017-11-14INK LIV826697
30719472017-11-21INK LV232122
31719472017-11-28 INK LVI
32719472017-12-05INK LVII
33719472017-12-12INK LVIII8973108
34/35719472017-12-19
36719482017-01-02INK LIX
37719482017-01-09INK LX
38719482017-01-16INK LXI
39719482017-01-23INK LXII
40719482017-01-30INK LXIII
41719482017-02-06INK LXIV88
42719482017-02-13INK LXV816596
43719482017-02-20INK LXVI
44719482017-02-27INK LXVII
45719482017-03-05INK LXVIII
46719482017-03-12INK LXIX
47719482017-03-19INK LXX
48719482017-03-26INK LXXI
49719482017-04-02INK LXXII
50719482017-04-09INK LXXIII
51719482017-04-16INK LXXIV
52719482017-04-23INK LXXV
53719482016-04-30INK Slot6148