P.C. Boutens (1870-1943) publiceerde zijn eerste Omar Khayyám vertalingen in enkele literaire tijdschriften, zoals ‘Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift’ (1913, nr. 45).
Bibliografie
Dertig kwatrijnen van Omar Khayyam. In: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, 23 (1913), 45
Dertig kwatrynen van Omar Khayyam. In: De Nieuwe Gids, 28 (1913), mei
Veertig kwatrynen van Omar Khayyam. In: Groot-Nederland, 11 (1913), juli
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. Bussum, Van Dishoeck, 1913
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. 2e druk. Bussum, Van Dishoeck, 1919
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. 3e druk. Bussum, Van Dishoeck, 1946
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. In: Verzamelde werken. Derde deel. Haarlem, Boucher, 1951
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. In: Verzamelde lyriek. Tweede deel 1922-1943. Amsterdam, Athenaeum – Polak & van Gennep, 1968
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. Amsterdam, Athenaeum – Polak & van Gennep, 1969. (Kleine Bellettrie Serie)
Rubaiyat: honderd kwatrijnen van Omar Khayyam. [Tweede, herziene druk door A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet]. Amsterdam, Athenaeum – Polak & van Gennep, 1981. (Kleine Bellettrie Serie)
Een schoone waanzin van de hoogste dichterlijke soort: tien kwatrijnen van Omar Khayyam. Met illustraties van W. Arondéus. [S.l.], Nederlandse Vereeniging voor Druk- en Boekkunst, 1995
Achtergrond
Boutens is nooit echt duidelijk geweest over zijn bronnen. Zeker is dat hij niet rechtstreeks uit het Perzisch vertaalde, hoewel een tijdlang de indruk heeft bestaan dat dat wel het geval was. Zo verklaarde hij in een brief aan Lodewijk van Deyssel, gedateerd 8 november 1918, dat hij na zijn keuze van honderd kwatrijnen bepaald te hebben, deze had bestudeerd “in den oorspronkelijke tekst onder leiding van een bevriend Hooggeleerde”.
Uit onderzoek door de Leidse oriëntalist J.H. Kramers (1943) is gebleken dat Boutens nauwkeurig te werk is gegaan. Net als Leopold koos hij ervoor niet de versie van FitzGerald te volgen maar zich te baseren op vertalingen die volgens hem dichter bij de oorspronkelijke tekst bleven. Het betrof het werk van Nicolas, Whinfield en Heron-Allen, en waarschijnlijk ook de vertalingen door Von Schack, Bodenstedt en Rosen. Later onderzoek door De Bruijn en Goud (2000) heeft meer licht geworpen op deze kwesties. Zo is onder meer aannemelijk gemaakt dat Boutens ook de (proza)vertaling van McCarthy heeft bestudeerd. Ook zijn er aanwijzingen dat Boutens enkele lessen Perzisch heeft gevolgd om klank en ritme van de oorspronkelijke teksten te kunnen beoordelen.
Over de Rubaiyat
‘Umar Khayyám’s Impact on Dutch literature. M. Goud. In: ‘The great ‘Umar Khayyám. A global reception of the Rubáiyát’. Ed. by A. Seyed-Gohrab. Leiden, Leiden University Press, 2012, p. 115-127.
Omar Khayyam onder de loep. Enkele notities over de totstandkoming van Boutens’ Rubaiyat (1913). Marco Goud. In: ‘Jaarboek 5’. Woubrugge, Nederlands Omar Khayyam Genootschap, 2009, pp. 22-25.
Omar Khayyam en zijn Rubaiyat (bij wijze van inventaris). Willy Spillebeen. In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 2007. Gent, Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 2007.
Een drang iets schoons te bieden. Over een toneelopvoering van Boutens’ Rubaiyat-vertaling in 1916. Marco Goud. In: ‘Jaarboek 4’. Woubrugge, Nederlands Omar Khayyam Genootschap, 2006, p. 30-33.
Honger naar kwatrijnen. P.C. Boutens en de Perzische literatuur. Marco Goud. In: ‘De Perzische muze in de polder. Red. M. Goud en A. Seyed-Gohrab. Amsterdam, Rozenberg, 2006, pp. 93-114.
‘Op hun gevleugelde gedachten’. Over P.C. Boutens en de Rubaiyat van Omar Khayyam. R. Batenburg. Amstelveen, 2004. Scriptie.
Omar Chajjâm en P.C. Boutens in de nalatenschap van J.H. Kramers. Hans de Bruijn. In: ‘Jaarboek 3’. Woubrugge, Nederlands Omar Khayyam Genootschap, 2000, p. 38-45.
Een boek met verzen. P.C. Boutens en Omar Khayyam. Marco Goud. In: ‘Jaarboek 3’. Woubrugge, Nederlands Omar Khayyam Genootschap, 2000, p. 49-57.
Het Perzische kwatrijn. J.D.Ph. Warners. In: Het Nederlandse kwatrijn. Amsterdam, Meulenhoff, 1947, p. 98-170.
De bronnen van Leopolds en Boutens’ Perzische kwatrijnen. J.D.Ph. Warners. Bijlage in: Het Nederlandse kwatrijn. Amsterdam, Meulenhoff, 1947, p. 203-206.
Opvoering in Diligentia van een Perzisch spel “Rubaiyat” van Omar Khayyam, vertaald door P.C. Boutens. M.W. In: Studenten Weekblad, 18, 1915-1916, nr. 19 (17 feb. 1916).
Citaat
De wereld groent; de bloesem, uitgetogen
Als Moesa’s hand, versneeuwt de takkebogen;
En Isa’s adem wekt alom het kruid;
In tranen open gaan de wolken-oogen.