J. Weiland – 1956

Jan, of Johan Weiland (1894 – 1976) was een veelzijdig kunstenaar die in zijn jonge jaren veel tijd doorbracht met kunst en poëzie. Later ontwikkelde hij zich tot houtsnijkunstenaar en schilder hetgeen tot een aantal exposities leidde. Jarenlang hield hij een poppentheater, waarvoor hij zelf zowel de poppen als de hele entourage voor zijn rekening nam.

In het tijdschrift “Rekenschap’ publiceerde hij in 1956 twintig kwatrijnen, vertaald naar FitzGeralds versie, terwijl in 1960 de bekende Wereld-Bibliotheek uitgave verscheen met 115 kwatrijnen, met illustraties van de vertaler. Een jaar later verscheen een tweede druk van deze uitgave.

Weiland bleef aan zijn vertaling sleutelen tot aan zijn dood in 1976. Een herziene en gewijzigde uitgave verscheen posthuum in een geïllustreerde bundel verzamelde poëzie, ‘Te weten dat men speelt’ (1978), en 22 kwatrijnen, inclusief ‘Het Pottenboek’ (‘Book of pots’), werden geselecteerd voor een aflevering van het tijdschrift “De Tweede Ronde”, voorjaar 1983.

Bibliografie

Kwatrijnen van Omar Khayyam (naar Edward FitzGerald, 1ste editie, 1859). In: Rekenschap, vol. 3 (1958)
Omar Khayyam. Rubaiyat. Amsterdam; Antwerpen, Wereld-Bibliotheek-Vereniging, 1960. Reissued 1961.
Omar Khayyam. Rubaiyat. In: Te weten dat men speelt. Gedichten met tekeningen van de schrijver. Den Haag, Omniboek, 1978
Het Pottenboek. Omar Khayyam. In: De tweede ronde 4 (1983), nr. 1 (lente) (Volledige tekst op DBNL)

Citaat

Waar zuilen rezen en ten drempel toe
eens konings voorhoofd zonk, ik zag nog hoe
een kleine duif daar huisde tussen ’t marmer,
en ‘roekoe’ riep zij, en ‘roekoe’.